Onderzoek
naar vallende zaadjes

Onderzoekscyclus
Vallende zaadjes
Wetenschap is iets wat ook jij kunt doen! Op deze pagina leer je aan de hand van de webtool Vallende Zaadjes hoe je de stappen van de onderzoekscyclus doorloopt.
Oriënteer
Stap 1a: Start
Stap 1 van een onderzoek heet ‘je oriënteren‘
- Vorm een groep van drie leerlingen.
- Je groep krijgt een aantal zaadjes. Ga ontdekken wat daarmee aan de hand is, bijvoorbeeld door:
- te kijken, te voelen, een zaadje open te maken
- een zaadje te tekenen
- zaadjes te ordenen: leg gelijke zaadjes bij elkaar
- zaadjes op verschillende manieren te laten vallen
- met je mobieltje een filmpje te maken van een vallend zaadje
- Zoek eventueel informatie over deze zaadjes in boeken, op internet.
- Maak een vragenlijst over de zaadjes waarop jullie het antwoord nog niet weten.
Oriënteer
Stap 1b: Terugblik
- Wat hebben jullie allemaal gedaan met de zaadjes? Wat heb je daarmee ontdekt?
- Wat hebben jullie gedacht bij de vallende zaadjes:
- Wat wist je er al van?
- Wat wil je er nog méér over weten?
- Wat is het nut van onderzoek naar ‘vallende zaadjes’?
- Welke informatie hebben jullie over vallende zaadjes verzameld?
- Kijk naar jullie lijst van vragen over vallende zaadjes:
- Welke ervan vragen een beschrijving van een verschijnsel (bijvoorbeeld ‘hoe snel draait het zaadje’)?
- Welke ervan vragen naar de oorzaak van een verschijnsel (bijvoorbeeld ‘waardoor gaat het zaadje draaien’)?
Noem drie dingen die jou belangrijk lijken bij het oriënteren op een te onderzoeken verschijnsel
Oriënteer
Stap 1c: Samenvatting
Stel je onderzoeksvraag
Stap 2a: Start
- Op welke vragen uit je lijst kun je een antwoord krijgen door proefjes te doen?
- Kies enkele vragen die je interessant of belangrijk vindt
- welke proeven, waarnemingen, metingen horen daarbij? Zijn die voor jullie uitvoerbaar?
- leg uit wat je precies bedoelt met de woorden die in de vraag staan
- Kies nu één vraag uit
- probeer die nog scherper te formuleren
- welk antwoord verwacht je op die vraag?
⇒ Schrijf de vraag op waarmee jullie verder willen gaan
(en, zo mogelijk, het antwoord dat jullie verwachten te vinden)
Stel je onderzoeksvraag
Stap 2b: Terugblik
- Er valt veel te onderzoeken aan vallende zaadjes. Maar je kunt niet alles onderzoeken. Hoe hebben jullie het onderzoek ingeperkt?
- Welke vragen hebben jullie ‘afgekeurd’ om verder te onderzoeken? Waarom?
Stap 2 heet ‘Stel je onderzoeksvraag’
Je kiest hier dus uiteindelijk je definitieve onderzoeksvraag
⇒ Noem drie kenmerken van een goede onderzoeksvraag.
Stel je onderzoeksvraag
Stap 2c: Samenvatting
Ontwikkel je onderzoeksplan
Stap 3a: Start
Om een antwoord te krijgen op je onderzoeksvraag maak je een plan. Daarin staat:
- waarop ga je letten bij het vallen?
- welke zaadjes wil je gebruiken en hoeveel?
- laat je alle zaadjes van dezelfde hoogte vallen?
- hoeveel waarnemingen/metingen ga je doen per zaadje?
- hoe ga je de resultaten opschrijven?
maar ook:
- welke afspraken zijn gemaakt over taakverdeling in je groep?
- hoeveel tijd kost het meten, het verwerken van de metingen, het maken van een verslag?
⇒ schrijf samen je onderzoeksplan op
Ontwikkel je onderzoeksplan
Stap 3b: Terugblik
- vergelijk jullie onderzoekplan met dat van een ander groepje. Wat hebben zij niet en jullie er wel in staan (en omgekeerd)? Vul jullie onderzoeksplan aan!
- klopt je plan nog met je onderzoeksvraag? Is het nu mogelijk je onderzoeksvraag nog beter te stellen?
- wat vind je het nut van het maken van het plan?
Stap 3 heet: ‘ontwikkel je onderzoeksplan’
⇒ noem drie dingen die je in ieder geval in je onderzoeksplan moet vastleggen
Ontwikkel je onderzoeksplan
Stap 3c: Samenvatting
Verzamel je gegevens
Stap 4: Start
Metingen doen met ‘vallende zaadjes’
- Bereid je metingen voor. Bedenk bijvoorbeeld van welke hoogte je de zaadjes laat vallen, hoe je ze loslaat
- doe een paar proefmetingen
- oefen met het waarnemen en opschrijven
- Maak een labjournaal en schrijf daarin alle belangrijke dingen op, bijv.
- hoe hebben jullie de te gebruiken zaadjes geselecteerd
- tekening van het laten vallen
- hoe bepalen jullie in welke richting een zaadje draait
⇒ Doe de serie metingen/waarnemingen volgens je plan
- noteer je metingen zorgvuldig
- liever te veel metingen dan te weinig
Verzamel je gegevens
Stap 4b: Terugblik
- Tegen welke problemen zijn jullie opgelopen bij de metingen?
- Hoe hebben jullie die opgelost?
- Kijk bij andere groepen hoe die hun metingen hebben genoteerd
- wat was het verschil met jullie manier?
- welke voordelen en/of nadelen heeft jullie manier van opschrijven?
⇒ Stap 4 heet: ‘verzamel je gegevens’
⇒ Noem drie dingen waarop je goed moet letten bij het verzamelen van gegevens
Verzamel je gegevens
Stap 4c: Samenvatting
Analyseer je gegevens
Stap 5a: Start
Verwerking van waarnemingen/metingen
- Werk de metingen uit volgens je onderzoeksplan
- Bijvoorbeeld:
- vat de metingen met één zaadje samen
- vergelijk de metingen van ‘linkerzaadjes’ met die van ‘rechterzaadjes’
- zet je metingen in een diagram
Analyseer je gegevens
Stap 5b: Terugblik
Verwerking van waarnemingen/metingen
- Welke manieren van uitwerken heb je geprobeerd?
- Welke waren succesvol? waarom?
- Wat zou je nu, achteraf gezien, in je onderzoeksplan hebben opgenomen als verwerking van je gegevens?
⇒ het verwerken van de verzamelde gegevens heet ‘analyseer je gegevens’
⇒ noem drie dingen die van belang zijn bij het analyseren van je gegevens
Analyseer je gegevens
Stap 5c: Samenvatting
Trek je conclusies
Stap 6a: Start
- Formuleer een antwoord op je onderzoeksvraag.
- Als er nog geen antwoord mogelijk is, geef dan aan hoe dat komt of wat je anders had moeten doen
- Ga na of er nog andere conclusies over vallende/draaiende zaadjes uit je onderzoek volgen
- Bespreek je conclusies:
- hoe zeker weet je dat je conclusies ‘juist’ zijn? Formuleer ze voorzichting
- vergelijk wat je gevonden hebt met wat al bekend was over ‘vallende zaadjes’. Hebben jullie iets nieuws gevonden?
⇒ weet je een toepassing voor wat je gevonden hebt?
Trek je conclusies
Stap 6b: Terugblik
Nu je conclusies hebt getrokken, kun jullie voor het onderzoek als geheel nagaan wat goed is gegaan, wat beter had gekund bij:
- Stap 1: ga je oriënteren
- Stap 2: stel je onderzoeksvraag
- Stap 3: ontwikkel je onderzoeksplan
- Stap 4: verzamel je gegevens
- Stap 5: analyseer je gegevens
- Stap 6: trek je conclusies
Trek je conclusies
Stap 6c: Samenvatting
Deel je bevindingen
Stap 7a: Start
- Aan wie gaan jullie rapporteren over je onderzoek (je doelgroep)?
- Wat van je onderzoek is interessant voor je doelgroep? Wat wil je gaan vertellen over je ‘vallende zaadjes onderzoek?
- Welke rapportagevorm past bij jullie en bij de doelgroep?
- Ga aan de slag: maak de poster, een PowerPoint presentatie, schrijf een stukje, ….
- Zorg voor een goede taakverdeling in je groep
⇒ Presenteer het aan je doelgroep
Deel je bevindingen
Stap 7b: Terugblik
- Hoe is de rapportage verlopen? Waren jullie er tevreden over?
- Wat heeft je publiek van je presentatie opgestoken?
- Wat hebben jullie er zelf van geleerd over rapporteren en over onderzoeken?
- Wat zou je een volgende keer hetzelfde doen en wat anders?
⇒ stap 7 heet ‘deel je bevindingen’
Deel je bevindingen
Stap 7c: Samenvatting
Bedenk nieuwe vragen
Stap 8a: Start
Je hebt nu wat geleerd over ‘vallende zaadjes’
Nu kun je er waarschijnlijk ook nieuwe vragen over stellen
⇒ bedenk nieuwe vragen
Met die vragen kun je een nieuw onderzoek doen, met dezelfde acht stappen
Omdat de stappen zich dan herhalen, spreekt met wel over de onderzoekscyclus
Bedenk nieuwe vragen
Stap 8b: Cyclus in beeld

Oriënteer
Stap 1a: Start
Stap 1 van een onderzoek heet ‘je oriënteren‘
- Vorm een groep van drie leerlingen.
- Je groep krijgt een aantal zaadjes. Ga ontdekken wat daarmee aan de hand is, bijvoorbeeld door:
- te kijken, te voelen, een zaadje open te maken
- een zaadje te tekenen
- zaadjes te ordenen: leg gelijke zaadjes bij elkaar
- zaadjes op verschillende manieren te laten vallen
- met je mobieltje een filmpje te maken van een vallend zaadje
- Zoek eventueel informatie over deze zaadjes in boeken, op internet.
- Maak een vragenlijst over de zaadjes waarop jullie het antwoord nog niet weten.
Oriënteer
Stap 1b: Terugblik
- Wat hebben jullie allemaal gedaan met de zaadjes? Wat heb je daarmee ontdekt?
- Wat hebben jullie gedacht bij de vallende zaadjes:
- Wat wist je er al van?
- Wat wil je er nog méér over weten?
- Wat is het nut van onderzoek naar ‘vallende zaadjes’?
- Welke informatie hebben jullie over vallende zaadjes verzameld?
- Kijk naar jullie lijst van vragen over vallende zaadjes:
- Welke ervan vragen een beschrijving van een verschijnsel (bijvoorbeeld ‘hoe snel draait het zaadje’)?
- Welke ervan vragen naar de oorzaak van een verschijnsel (bijvoorbeeld ‘waardoor gaat het zaadje draaien’)?
Noem drie dingen die jou belangrijk lijken bij het oriënteren op een te onderzoeken verschijnsel
Oriënteer
Stap 1c: Samenvatting
Stel je onderzoeksvraag
Stap 2a: Start
- Op welke vragen uit je lijst kun je een antwoord krijgen door proefjes te doen?
- Kies enkele vragen die je interessant of belangrijk vindt
- welke proeven, waarnemingen, metingen horen daarbij? Zijn die voor jullie uitvoerbaar?
- leg uit wat je precies bedoelt met de woorden die in de vraag staan
- Kies nu één vraag uit
- probeer die nog scherper te formuleren
- welk antwoord verwacht je op die vraag?
⇒ Schrijf de vraag op waarmee jullie verder willen gaan
(en, zo mogelijk, het antwoord dat jullie verwachten te vinden)
Stel je onderzoeksvraag
Stap 2b: Terugblik
- Er valt veel te onderzoeken aan vallende zaadjes. Maar je kunt niet alles onderzoeken. Hoe hebben jullie het onderzoek ingeperkt?
- Welke vragen hebben jullie ‘afgekeurd’ om verder te onderzoeken? Waarom?
Stap 2 heet ‘Stel je onderzoeksvraag’
Je kiest hier dus uiteindelijk je definitieve onderzoeksvraag
⇒ Noem drie kenmerken van een goede onderzoeksvraag.
Stel je onderzoeksvraag
Stap 2c: Samenvatting
Ontwikkel je onderzoeksplan
Stap 3a: Start
Om een antwoord te krijgen op je onderzoeksvraag maak je een plan. Daarin staat:
- waarop ga je letten bij het vallen?
- welke zaadjes wil je gebruiken en hoeveel?
- laat je alle zaadjes van dezelfde hoogte vallen?
- hoeveel waarnemingen/metingen ga je doen per zaadje?
- hoe ga je de resultaten opschrijven?
maar ook:
- welke afspraken zijn gemaakt over taakverdeling in je groep?
- hoeveel tijd kost het meten, het verwerken van de metingen, het maken van een verslag?
⇒ schrijf samen je onderzoeksplan op
Ontwikkel je onderzoeksplan
Stap 3b: Terugblik
- vergelijk jullie onderzoekplan met dat van een ander groepje. Wat hebben zij niet en jullie er wel in staan (en omgekeerd)? Vul jullie onderzoeksplan aan!
- klopt je plan nog met je onderzoeksvraag? Is het nu mogelijk je onderzoeksvraag nog beter te stellen?
- wat vind je het nut van het maken van het plan?
Stap 3 heet: ‘ontwikkel je onderzoeksplan’
⇒ noem drie dingen die je in ieder geval in je onderzoeksplan moet vastleggen
Ontwikkel je onderzoeksplan
Stap 3c: Samenvatting
Verzamel je gegevens
Stap 4: Start
Metingen doen met ‘vallende zaadjes’
- Bereid je metingen voor. Bedenk bijvoorbeeld van welke hoogte je de zaadjes laat vallen, hoe je ze loslaat
- doe een paar proefmetingen
- oefen met het waarnemen en opschrijven
- Maak een labjournaal en schrijf daarin alle belangrijke dingen op, bijv.
- hoe hebben jullie de te gebruiken zaadjes geselecteerd
- tekening van het laten vallen
- hoe bepalen jullie in welke richting een zaadje draait
⇒ Doe de serie metingen/waarnemingen volgens je plan
- noteer je metingen zorgvuldig
- liever te veel metingen dan te weinig
Verzamel je gegevens
Stap 4b: Terugblik
- Tegen welke problemen zijn jullie opgelopen bij de metingen?
- Hoe hebben jullie die opgelost?
- Kijk bij andere groepen hoe die hun metingen hebben genoteerd
- wat was het verschil met jullie manier?
- welke voordelen en/of nadelen heeft jullie manier van opschrijven?
⇒ Stap 4 heet: ‘verzamel je gegevens’
⇒ Noem drie dingen waarop je goed moet letten bij het verzamelen van gegevens
Verzamel je gegevens
Stap 4c: Samenvatting
Analyseer je gegevens
Stap 5a: Start
Verwerking van waarnemingen/metingen
- Werk de metingen uit volgens je onderzoeksplan
- Bijvoorbeeld:
- vat de metingen met één zaadje samen
- vergelijk de metingen van ‘linkerzaadjes’ met die van ‘rechterzaadjes’
- zet je metingen in een diagram
Analyseer je gegevens
Stap 5b: Terugblik
Verwerking van waarnemingen/metingen
- Welke manieren van uitwerken heb je geprobeerd?
- Welke waren succesvol? waarom?
- Wat zou je nu, achteraf gezien, in je onderzoeksplan hebben opgenomen als verwerking van je gegevens?
⇒ het verwerken van de verzamelde gegevens heet ‘analyseer je gegevens’
⇒ noem drie dingen die van belang zijn bij het analyseren van je gegevens
Analyseer je gegevens
Stap 5c: Samenvatting
Trek je conclusies
Stap 6a: Start
- Formuleer een antwoord op je onderzoeksvraag.
- Als er nog geen antwoord mogelijk is, geef dan aan hoe dat komt of wat je anders had moeten doen
- Ga na of er nog andere conclusies over vallende/draaiende zaadjes uit je onderzoek volgen
- Bespreek je conclusies:
- hoe zeker weet je dat je conclusies ‘juist’ zijn? Formuleer ze voorzichting
- vergelijk wat je gevonden hebt met wat al bekend was over ‘vallende zaadjes’. Hebben jullie iets nieuws gevonden?
⇒ weet je een toepassing voor wat je gevonden hebt?
Trek je conclusies
Stap 6b: Terugblik
Nu je conclusies hebt getrokken, kun jullie voor het onderzoek als geheel nagaan wat goed is gegaan, wat beter had gekund bij:
- Stap 1: ga je oriënteren
- Stap 2: stel je onderzoeksvraag
- Stap 3: ontwikkel je onderzoeksplan
- Stap 4: verzamel je gegevens
- Stap 5: analyseer je gegevens
- Stap 6: trek je conclusies
Trek je conclusies
Stap 6c: Samenvatting
Deel je bevindingen
Stap 7a: Start
- Aan wie gaan jullie rapporteren over je onderzoek (je doelgroep)?
- Wat van je onderzoek is interessant voor je doelgroep? Wat wil je gaan vertellen over je ‘vallende zaadjes onderzoek?
- Welke rapportagevorm past bij jullie en bij de doelgroep?
- Ga aan de slag: maak de poster, een PowerPoint presentatie, schrijf een stukje, ….
- Zorg voor een goede taakverdeling in je groep
⇒ Presenteer het aan je doelgroep
Deel je bevindingen
Stap 7b: Terugblik
- Hoe is de rapportage verlopen? Waren jullie er tevreden over?
- Wat heeft je publiek van je presentatie opgestoken?
- Wat hebben jullie er zelf van geleerd over rapporteren en over onderzoeken?
- Wat zou je een volgende keer hetzelfde doen en wat anders?
⇒ stap 7 heet ‘deel je bevindingen’
Deel je bevindingen
Stap 7c: Samenvatting
Bedenk nieuwe vragen
Stap 8a: Start
Je hebt nu wat geleerd over ‘vallende zaadjes’
Nu kun je er waarschijnlijk ook nieuwe vragen over stellen
⇒ bedenk nieuwe vragen
Met die vragen kun je een nieuw onderzoek doen, met dezelfde acht stappen
Omdat de stappen zich dan herhalen, spreekt met wel over de onderzoekscyclus
Bedenk nieuwe vragen
Stap 8b: Cyclus in beeld
